Luang Prabang

Het water zit nog in onze oren maar onze blik is alweer gericht op een nieuw land op onze reis; Laos. Land van een miljoen olifanten en de Mekong rivier die vanuit de Himalaya zich een weg baant door hoogvlaktes, heuvels en oerwoud op weg naar de Zuid-Chinese zee. Wij gaan op weg naar Luang Prabang, de oude hoofdstad van het eerste (quasi) Communistische land tijdens onze reis.

Het eerste deel van de reis, dat door Thailand naar de grens met Laos, gaat per mini-busje. Het is voornamelijk een hobbelige rit door een land dat wordt gekenmerkt door grote Boeddha's en een markante witte tempel in de stad Chiang Rai. De brug naar de tempel leidt over een poel vol naar de lucht gerichte armen en handen maar het meest aparte is wel in het binnenste van de tempel. Daar is op de muur waar je naar kijkt als je binnenkomt een Boeddha geschilderd als het hoogst haalbare. Op de muur die dan achter je staat is het verderf geschilderd, dat is met de standaard duivelsfiguur maar ook met beeltenissen uit Star Wars, Alien vs. Predator en zelfs van Micheal Jackson... sommige mensen zullen het wel niet zo op zijn muziek hebben gehad...

Na het bezoeken van deze tempel rijden we verder tot het grensstadje Chiang Khong, hier slapen we een nachtje voordat we de volgende dag de grens oversteken en ineens in de 'Peoples Democratic Republic' van Laos staan, wat staat voor een zachte vorm van Communisme. Hier gaan we snel op weg naar de boten die ons over de Mekong in twee dagen naar Luang Prabang varen. In eerste instantie is het moeilijk een plekje te vinden omdat de verhalen tegenstrijdig zijn over waar je mag zitten maar als blijkt dat dat overal kan hebben wij een fijn plekje met goed uitzicht op de rivier. Varend zie je veel van dit mooie land; allereerst de scheiding van de grens met Thailand middels kleine bootjes met een vlag erin, daarna groene heuvellandschappen met kleine houtdorpjes en monniken die doormiddel van de boot reizen in dit moeilijk bereisbare land. Tegen de avond komen we aan in Pak Beng en zoeken we een hotelletje op voor de nacht en laten de boot achter in de haven.

De volgende ochtend komen we aan in de haven en denken we op tijd te zijn maar blijkt dat er al ongeveer 10 personen aan de kade zitten die niet meer op de boten kunnen... en er is dus ook zeker geen plek meer voor ons. We zitten even om ons te oriënteren en horen dat we niet voor morgen naar Luang Prabang kunnen gaan, helaas pindakaas. Daar hebben we toch niet zo'n zin in en als blijkt dat de bemanning redelijk onverschillig tegen kapende passagiers staat klimmen wij aan boord en zoeken een plekje tussen de andere reizigers. Het wordt geen comfortabele reis maar op deze manier zijn we nog wel dezelfde dag in de stad. De dag verloopt verder rustig en wanneer er zo'n zeven uur voorbij zijn komen we aan in Luang Prabang en zijn we in het hart van Laos.

De miljoen olifanten waar Laos om bekend staat zijn voor een heel groot deel al uitgestorven, slechts 1600 zijn er nog over. En op één daarvan, Meh Tai, hebben wij een ochtend doorgebracht. Deze flinke dame werkte eerst in de houtindustrie, waar ze de hele dag met bomen liep te slepen en is met drie anderen gered en loopt nu de hele dag met toeristen slepen, maar die zijn een stuk lichter en brengen geld met zich mee, zodat er genoeg eten voor de olifanten geregeld kan worden en dat is ruim 200 kg per persoon per dag.
De 'jungletocht' op de rug van onze olifant voelde een beetje suf, een half uurtje hobbelen over een kaalgevreten paadje, terwijl de gids elke 2 minuten een foto maakt. Het badderen met de olifant was wel ontzettend leuk. Langzaam waadde ze de Mekong in, waar ze lekker met het water begon rond te spuiten en langzaam gingen we steeds dieper, totdat ze knielde en wij bijna het water in vielen. Dit was wel één van de leukste zwemervaringen in onze reis!

Verder zijn er in Luang Prabang veel boeddistische tempels te zien, waarvan wij er een aantal hebben bezocht en die allemaal even mooi zijn met ontelbaar veel Boeddha beelden en kleurige schilderingen. Ook zagen wij de vele monniken door de stad gaan 's ochtends vroeg om hun aalmoezen te verzamelen. Mensen uit de stad zitten met rijst, noedels of koekjes langs de kant van de weg om die aan de monniken te geven. Helaas is dit een ontzettend toeristische bezienswaardigheid geworden en zie je haast meer mensen foto's maken dan dat je monniken ziet, maar het was toch wel leuk om even te zien. Wat ik nog leuker vond om te zien is hoe de dag daarna in de tempelcomplexen op gang komt, de kleurige oranje monnikspijen worden over de waslijn gehangen, er wordt geveegd en geschrobd en de jonge monnikjes rennen wat om elkaar heen over het terrein.

De laatste dag hebben we de watervallen in de buurt bezocht, waar we lekker een duik in het frisse water konden nemen, en met een temperatuur van rond de 40 graden is dat toch wel de fijnste activiteit!


Iline Zandstra

Over de schrijfster

Iline Zandstra Lees alle verhalen van Iline Zandstra

Berichtenservice Tom & Iline

Mariet
Mariet 21-04-2014 22:56

Hoi hoi, leuk om de verhalen te lezen over plaatsen waar ik Oomen geweest! Erg herkenbaar. Geniet ervan! Xx

antoinette
antoinette 22-04-2014 00:59

ohhh op een olifant rijden én een duik nemen in watervallen, klinkt echt heerlijk!!!

Jacolien
Jacolien 22-04-2014 10:56

ja, dat aalmoezen verzamelen is echt verpest door de toeristen. Ik sliep bij een guesthouse en daar zag je de monikken buiten lopen die ook aalmoezen hadden verzameld. Ze zeggen dat er 1 punt is in de stad voor toeristen en een ander punt voor de locals, dat klopte wel want in de temep naast ons guesthouse verzamelde ze allemaal weer en deze monikken kwamen uit een ander gedeelte van de stad. Jammer dat jullie dat verzamelpunt zo te lezen ook niet hebben kunnen ontdekken. De watervallen waren idd verfrissend!

Je moet ingelogd zijn om een berichtje achter te kunnen laten, log hier in.